Exercise 15.4
1 ✓ met de receptionist. 2 van Erik ✓. 3 ✓ voor beginners. 4 ✓ op
maandag en woensdag. 5 ✓ doen. 6 ✓ dit semester. 7 ✓ duur. 8 ✓ met
creditcard.
Exercise 15.5
1 Sanne is niet op de markt. 2 Zij heeft geen aardappels nodig. 3 Er zijn
geen nieuwe aardappels. 4 De aardappels zijn niet duur. 5 Ze koopt deze
week niet veel aardappels.
Exercise 15.6
1 Vandaag zijn Erik en Sanne niet in een restaurant. 2 Er zitten niet veel
mensen in het restaurant. 3 De ober brengt de menukaart niet snel. 4 Erik
neemt de soep van de dag niet. 5 Sanne wil de soep van de dag ook niet
bestellen.
Exercise 15.7
1 Nee, dat is mijn rok niet. 2 Nee pap, ik heb geen blauwe onderbroek.
3 Nee Erik, die spijkerbroek is niet van Sem. 4 Nee oom Erik, dat zijn
onze handdoeken niet. 5 Nee, die tennissokken zijn niet van mij.
Exercise 15.8
1 Nee, er is nog geen koffie. 2 Nee, de krant is er nog niet. 3 Nee, de kinderen
zijn nog niet wakker. 4 Nee, de hond is nog niet uitgelaten. 5 Nee, er is
nog geen post.
Exercise 15.9
1 Nee, er is geen soep meer. 2 Nee, ik heb geen kroketten meer. 3 Nee,
de koffie is niet meer warm. 4 Nee, de keuken is niet meer open. 5 Nee,
de chef is er niet meer.
Exercise 15.10
1 Nee, ik wil geen spa, maar ik wil wel appelsap. 2 Nee, ik ga niet naar
de film, maar ik ga wel naar de disco. 3 Nee, ik wil geen peper, maar ik
wil wel extra champignons. 4 Nee, we gaan niet naar Engeland, maar we
gaan wel naar Frankrijk. 5 Nee, ik vind Brad Pitt geen goed acteur, maar
ik vind George Clooney wel een goed acteur. 185
Key to
exercises