Double prepositions
In a combination of two prepositions, one of the prepositions is placed
before the noun or pronoun, and one after (postposition). First, some
examples in context:
Op zijn fietstocht naar school fietst Peter eerst onder een viaduct door.
Na vijf minuten moet hij over een smalle brug heen. Een beetje later
fietst hij om een groot plein heen, daarna tussen twee hoge flatgebouwen
door en tenslotte direct op het schoolgebouw af. En meestal fietst hij
de hele weg tegen de wind in.
On his bike ride to school, Peter first goes under an overpass. After
five minutes he has to cross a narrow bridge. A little later he bikes around
a large square, then between two highrises and finally straight towards
the school building. And most of the time, he has a head wind.
Some commonly used double prepositions
achter...aan Used to say that something or someone is following
behind or going after something or someone. De politie
ging achter de dief aan. ‘The police went after the thief.’
Het stuk van Mozart komt achter het stuk van Strauss
aan. ‘The piece by Mozart follows the piece by Strauss.’
door...heen All the way through. Peter fietst door het park heen. ‘Peter
bikes through the park.’
met...mee Going with. Ik ga met je mee naar die film. ‘I’m going
with you to that movie.’ Peter fietst met de wind mee.
‘Peter has a tail wind.’
naar...toe Towards. Ik moet naar huis toe. ‘I have to go home.’
onder...door Under and through. De boot vaart onder de brug door.
‘The boat is going underneath the bridge.’
op...af Going towards. De hond kwam blaffend op mij af. ‘The
barking dog came (running) towards me.’
over...heen (Getting) over. Het paard sprong over de hindernis
heen. ‘The horse jumped over the bar.’ Zij kwam niet
over de dood van haar kind heen. ‘She couldn’t get over
the death of her child.’
tegen...aan Going, leaning against. Het kind leunde tegen haar
moeder aan. ‘The child leaned on her mother.’ Hij reed
tegen een paal aan. ‘He drove into a pole.’
tussen . . . door In between. Hij reed tussen twee flatgebouwen door. ‘He
drove between two highrises.’ Tussen de lessen door
gaan de studenten naar de kantine. ‘In between classes
students go to the cafeteria.’162
25
Pre-
positions